Twijfel je ook wel eens: deze meubel of dit meubel? Je bent niet de enige. Het juiste lidwoord is het, dus je zegt dit meubel. In meervoud zeg je de meubels en deze meubels. Klinkt simpel, maar het gaat vaak mis in winkels en praat. In dit artikel op Furn.nl leg ik het kort uit met heldere regels en snelle voorbeelden. Zo zeg je straks altijd het juiste bij je bank, kast of tafel.
Deze of dit meubel? Wat is correct?
Je twijfelt vast weleens: zeg je deze meubel of dit meubel? Je hoort beide vormen. Toch is één vorm correct. Ik leg het kort uit. Je ziet voorbeelden. Je pakt de juiste vorm meteen. Klaar voor een snelle taalsprint?
Het korte antwoord
Het is: dit meubel.
Meubel is een het-woord. Je zegt dus dit meubel. Zeg je het, dan zeg je dit. Zo simpel is het.
Zeg je het? Dan zeg je dit. Zeg je de? Dan zeg je deze.
De regel in één oogopslag
- het-woord → dit
- de-woord → deze
- meervoud (altijd de) → deze
Voorbeelden: dit of deze?
Het-woorden → dit
- dit meubel
- dit bed
- dit bureau
- dit dressoir
- dit tv-meubel
- dit nachtkastje
- dit kledingrek
Je ziet veel het-woorden bij verkleinwoorden op -je en bij woorden als meubel, bed, bureau.
De-woorden → deze
- deze stoel
- deze tafel
- deze bank
- deze kast
- deze poef
- deze fauteuil
- deze kruk
Veel namen van zitmeubels en tafels zijn de-woorden. Je gebruikt dus deze.
Meervoud → altijd deze
- deze meubels
- deze bedden
- deze bureaus
- deze stoelen
- deze tafels
- deze banken
Het meervoud krijgt altijd de. Dus zeg je ook altijd deze.
Nog twijfel?
Onthoud: het = dit en de = deze. Bij meubel zeg je het meubel. Dus: dit meubel.
Klaar! Je weet nu precies wanneer je dit of deze gebruikt. Succes met je volgende gesprek over meubels!
